Wat is een goed rooster?
Een goed rooster valt niet op. Tot het niet goed is.
Iedereen weet wanneer een rooster níét goed is. Onrustige dagen, gaten in het lesrooster, te veel wisselingen, frustratie bij docenten en leerlingen die vermoeid afhaken. Maar wat maakt een rooster dan wél goed?
Voor mij is een goed rooster niet per se het perfecte schema op papier. Het is een rooster dat werkt in de praktijk. Waarin balans zit. Ritme. Ruimte. Voor pauze, voorbereiding, samenwerking én onverwachte situaties. Het is afgestemd op hoe een school leeft en beweegt.
Een goed rooster houdt rekening met mensen. Met verschillen tussen afdelingen, docenten, groepen en vakken. Het stuurt op kwaliteit van onderwijs, maar ook op werkbaarheid. Geen overbelasting, geen ruis, geen onnodige stress.
En ja, het moet technisch kloppen. Maar dat is pas de basis. De kracht zit in de vertaalslag: hoe passen wensen, grenzen en regels samen in een systeem dat rust brengt? Die puzzel leg ik graag. Met Zermelo, met aandacht, en met gevoel voor wat past.
Een goed rooster laat de school ademen – en houdt het onderwijs in beweging.